Officiële landstaal: Bengaals, Engels (erkend)
Hoofdstad: Dhaka
Regeringsvorm: Parlementaire republiek met een meerpartijenstelsel
(democratie)
Staatshoofd: President Abdul Hamid
Regeringsleider: Premier Sjeik Hasina Wajed
Religie: 83% Islam, 16% Hindoeïsme
Oppervlakte: 147.570 km²
Inwoners: 156.186.882 (2016)
Inwoners / km²: 1.058,4 / km² (2016)
Munteenheid: taka
Nationale feestdag: 26 maart
Volkslied: Amar sonar bangla
De onafhankelijkheidsverklaring van Oost-Pakistan kwam niet onverwacht. Pakistan was politiek gezien nooit een eenheid geweest: de twee delen van het land werden gescheiden door 1600 km Indiaas grondgebied, en afgezien van hun islamitische religie hadden beide streken weinig gemeen. West-Pakistan domineerde de politiek: het dichter bevolkte oosten ontving veel minder dan de helft van de staatsinkomsten, was militair ondervertegenwoordigd, werd achtergesteld bij het verkrijgen van overheidscontracten en had nauwelijks politieke invloed. Het absolute gebrek aan daadkracht van de regering na de orkaan van 1970 was voor velen de druppel. Bij de verkiezingen behaalde de Oost-Pakistaanse Awami League een overweldigende meerderheid in het Pakistaanse parlement, maar het leger weigerde de uitslag te accepteren. De onafhankelijkheidsverklaring was het logische gevolg.
Natuurlijk accepteerde de regering van West-Pakistan een dergelijke ontwikkeling niet. Een felle onderdrukkingscampagne, waarbij vooral de hindoeminderheid het slachtoffer was, werd op gang gebracht. De guerrillastrijders van het in allerijl opgerichte Mukti Bahini (het bevrijdingsleger) gingen de strijd aan. Uiteindelijk maakte India een einde aan de gevechten, vooral omdat hindoes werden aangevallen en in het oosten militaire bases werden opgericht. Dacca werd na een paar dagen ingenomen en de jonge staat Bangladesh was een feit.