Officiële landstaal: Mandarijn en andere Chinese talen
Hoofdstad: Peking
Regeringsvorm: Volksrepubliek, Presidentiële republiek met een
eenpartijstelsel
Staatshoofd: President Xi Jinping
Regeringsleider: Premier Li Keqiang
Religie: Chinese volksreligie, boeddhisme, taoïsme,
confucianisme/voorouderverering
Oppervlakte: 9.596.961 km²
Inwoners: 1.367.485.388 (2016)
Inwoners / km²: 142,5 / km² (2016)
Munteenheid: Renminbi
Nationale feestdag: 1 oktober
Volkslied: Mars van de vrijwilligers
In 1628 besteeg de laatste keizer van de Mingdynastie in China, Chongzhen, de troon. Zijn erfenis bestond uit een corrupt en ondoelmatig bestuur, een lege schatkist en hongersnood. China gleed af naar anarchie, terwijl overal boerenopstanden uitbraken en bandieten hun slag sloegen.
In 1644 sloegen de Mantsjoes een bres in de Chinese Muur en plunderden veertig steden. In april trok de rebellenleider Li Zicheng, zonder enige tegenstand, Peking binnen. Een dronken Chongzhen rende rond door het paleis en beval iedereen zelfmoord te plegen. De keizerin doodde zichzelf en Chongzhen doodde hun dochter en zijn concubines. Op 25 april beklom hij bij dageraad de heuvel achter zijn paleis. Hij legde zijn kleren af en hing zich op aan een boom. Li riep zichzelf uit tot eerste keizer van de Shundynastie.
"(...) de rebellen hebben mijn hoofdstad ingenomen. Ik
sterf vol van schaamte."
Chongzhens laatste woorden
Ontzet over de chaos waarin China verkeerde en uit wraak om de roof van zijn favoriete concubine, riep de Minggeneraal Wu Sangui de hulp in van de Mantsjoekeizer Dorghon en liet de poorten van de Chinese Muur voor het Mantsjoeleger openen. Toen in juni de rebellen waren verslagen en de Mantsjoes Peking hadden bezet, pleegde Li zelfmoord. Dorghon kroonde zijn jonge neef Fu-lin tot keizer Shunzhi, eerste keizer van de Qingdynastie die tot 1911 over China zou heersen.