Officiële landstaal: Mandarijn en andere Chinese talen
Hoofdstad: Peking
Regeringsvorm: Volksrepubliek, Presidentiële republiek met een
eenpartijstelsel
Staatshoofd: President Xi Jinping
Regeringsleider: Premier Li Keqiang
Religie: Chinese volksreligie, boeddhisme, taoïsme,
confucianisme/voorouderverering
Oppervlakte: 9.596.961 km²
Inwoners: 1.367.485.388 (2016)
Inwoners / km²: 142,5 / km² (2016)
Munteenheid: Renminbi
Nationale feestdag: 1 oktober
Volkslied: Mars van de vrijwilligers
Op 1 oktober 1949 riep Mao Zedong, op het Tiananmenplein in Peking, de Volksrepubliek China uit. De gebeurtenis werd al snel herdacht met een gigantische poster waarop de glimlachende leider zijn linkerarm hemelwaarts strekt, monderne vliegtuigen langsvliegen, en onberispelijk geklede mannen, vrouwen en kinderen feestvieren. De realiteit was prozaïscher. Twee decennia van bittere oorlogvoering had China op de knieën gedwongen; de bevolking leed armoede, de vijand - de nationalisten van Tjiang K'ai-sjek - was nog altijd niet verslagen en had zich teruggetrokken op het eiland Taiwan, en 1 oktober was slechts een willekeurige datum voor de viering.
Toch was er een nieuwe staat ontstaan; 28 jaar nadat hij de Chinese communistische partij mede had opgericht, was Mao leider van communistisch China. Als Mao orthodox marxist was geweest, zou de geschiedenis mogelijk anders zijn verlopen, want experts in Moskou verzekerden hem dat boeren een kleinburgerlijke macht vormden. Als hij en slechter leider van guerrillatroepen was geweest, had het Chinese communisme het wellicht niet overleefd, want de nationalisten deden hun best om het uit te roeien. De twee partijen vochten samen tegen Japan, maar na de oorlog werd de burgeroorlog hervat. Zelfs na oktober 1949 bleven delen van China nationalistisch.
De Sovjet-Unie en Engeland erkenden de nieuwe republiek als eerste. Communistisch China was nu internationaal een onontkoombaar feit. Nationalistisch China bleef bestaan, maar alleen op Taiwan.