Vlag India - Thumbnail
Geschiedenis
Cultureel Werelderfgoed
Gemengd Werelderfgoed
Natuurlijk Werelderfgoed
Home
wereld - selected
          
banner
Taj Mahal. Klik hier om meer te weten te komen over dit erfgoed op de website van Unesco (Engels).
vlag india

Officiële landstaal: Hindi (primair), Engels (geassocieerd) en andere
Hoofdstad: New Delhi
Regeringsvorm: Federale republiek
Staatshoofd: President Ram Nath Kovind
Regeringsleider: Premier Narendra Modi
Religie: Hindoeïsme (80%),
Islam (13%), Christendom (2,3%), Sikhisme (2%)
Oppervlakte: 3.287.263 km²
Inwoners: 1.266.883.598 (2016)
Inwoners / km²: 385,4 / km² (2016)
Munteenheid: Indiase roepie
Nationale feestdag: 26 januari
Volkslied: Jana Gana Mana

1983: Taj Mahal


Taj Mahal


Op de rechteroever van de rivier de Yamuna ligt de Taj Mahal in een uitgestrekte Mongoolse tuin van 0,17 km² begrensd door vier minaretten. De unieke Mongoolse stijl combineert elementen en stijlen van Perzische, Midden-Aziatische en islamitische architectuur. Het achthoekige bouwwerk wordt bekroond door een bolvormige koepel en de strakke lijnen van de volmaakte gevel worden in evenwicht gehouden door de wit-marmeren bloemenarabesken, decoratieve randen en kalligrafische inscripties.

De Taj Mahal, een juweel van moslimkunst in India, een van de wereldwijd bewonderde meesterwerken van het werelderfgoed. Dit immense mausoleum van wit marmer werd tussen 1631 en 1648 in Agra gebouwd in opdracht van de grootmogol Sjah Jahan ter nagedachtenis aan zijn derde en favoriete vrouw.

De Taj Mahal dankt zijn vermaardheid deels aan de ontroerende aanleiding voor de bouw. Om de herinnering aan Mumtaz Mahal, die in 1631 overleed, levend te houden, liet Sjah Jahan deze grafmoskee bouwen.

Onbewezen verhalen schrijven de bouw toe aan een internationale ploeg van enkele duizenden metselaars, marmerhouwers, mozaïekwerkers en stukadoors die onder de leiding van Ustad Ahmad Lahori, de architect van de vorst, werkten en bouwmateriaal uit heel India en Midden-Azië gebruikten.

De Darwaza of toegangspoort werd voltooid in 1648. Het is een drie verdiepingen tellend bouwwerk van rode zandsteen met een hoge centrale boog en vleugels van twee verdiepingen aan weerszijden. Op de muren zijn in het zwart Arabische verzen uit de Koran gekalligrafeerd. De kleine paviljoens met koepeldag bovenop zijn in hindoestijl. De poort was aanvankelijk bekleed met zilver maar dat is nu vervangen door koper en versierd met 1000 spijkers waarvan de kop bestaat uit eigentijdse zilveren munten.

De Bageecha of tuinen zijn aangelegd volgens de klassieke Mongoolse char-bagh-stijl. Twee met cipressen omzoomde kanalen verdeln de tuin in vier gelijke vierkanten. De tuin is zo ontworpen dat een volmaakte symmetrie gehandhaafd blijft.

De Taj Mahal staat aan de noordzijde van de tuin op twee voetstukken, één van zandsteen en daarboven een vierkant platform met een schaakbordpatroon en bekroond met een enorm witmarmeren terras. Op de hoeken staan vier minaretten.

Twee identieke gebouwen van rode zandsteen staan aan weerszijden. Het westelijke is de masjid (moskee), die het gebied heilig maakt en een plaats van aanbidding biedt. De rauza, het eigenlijke mausoleum, is vierkant met afgeschuinde hoeken. Elke hoek heef een kleine koepel, terwijl de grote dubbele koepel in het midden een koperen pinakel als top heeft. Binnen is de grote zaal achthoekig van vorm met een hoog koepelplafond. Deze zaal bevat de valse graftombes van Mumtaz en Sjah Jahan, beide ingelegd met kostbare stenen.