Officiële landstaal: Hindi (primair), Engels (geassocieerd) en andere
Hoofdstad: New Delhi
Regeringsvorm: Federale republiek
Staatshoofd: President Ram Nath Kovind
Regeringsleider: Premier Narendra Modi
Religie: Hindoeïsme (80%),
Islam (13%), Christendom (2,3%), Sikhisme (2%)
Oppervlakte: 3.287.263 km²
Inwoners: 1.266.883.598 (2016)
Inwoners / km²: 385,4 / km² (2016)
Munteenheid: Indiase roepie
Nationale feestdag: 26 januari
Volkslied: Jana Gana Mana
Akbar, wiens naam letterlijk 'zeer geweldig' betekent, maakte het mogolrijk groter dan het ooit geweest was - van Kashmir in het noorden tot Bengalen in het oosten en het hoogland van Dekan in het zuiden. Het Fort van Asirgarh beschermde de enige makkelijk toegankelijke route van Noord-India naar Dekan in het zuid-westen. Na een lang beleg behaalde Akbar in 1599 zijn laatste overwinning, waarna hij een gouverneur aanstelde over deze provincie.
Ruim veertig jaar geleden was de toen dertienjarige Akbar aan de macht gekomen met de regent Bairam Khan en samen hadden ze de invloed van de mogols uitgebreid over Noord-Indië, in het gebied tussen de Indus en de Ganges. Het rijk werd goed beschermd door paleisforten bij Agra, Allahabad, Ajmer en Lahore. Toen Akbar in 1560 meerderjarig werd, begon hij een reeks veldtochten tegen de militaire bedreiging van de Afghaanse afstammelingen van Sher Shah (die Akbars vader Humayun had verdreven) en hij versloeg de hindoeleider Hemu.
Akbars schitterende hof was wereldberoemd, al verschoof hij het steeds tussen Agra en zijn nieuwe, ommuurde hoofdstad Fatehpur Sikri (overwinningsfort). Maar het was zijn gecentraliseerde regering, zijn religieuze tolerantie en zijn stimulansen voor de Indische kunst en cultuur die de 100 miljoen hindoes, moslims en andere geloven verenigde onder zijn gezag. Akbar stichtte zelfs zijn eigen religie en had duidelijk een groot gevoeld van eigenwaarde, want hij ging elke ochtend bij zonsopgang voor een open raam staan, opdat zijn volk hem in volle glorie kon bewonderen.