Officiële landstaal: Hindi (primair), Engels (geassocieerd) en andere
Hoofdstad: New Delhi
Regeringsvorm: Federale republiek
Staatshoofd: President Ram Nath Kovind
Regeringsleider: Premier Narendra Modi
Religie: Hindoeïsme (80%),
Islam (13%), Christendom (2,3%), Sikhisme (2%)
Oppervlakte: 3.287.263 km²
Inwoners: 1.266.883.598 (2016)
Inwoners / km²: 385,4 / km² (2016)
Munteenheid: Indiase roepie
Nationale feestdag: 26 januari
Volkslied: Jana Gana Mana
Als jonge prins genoot Aurangzeb het vertrouwen van zijn vader, sjah Jahan, die hem politieke en militaire verantwoordelijkheden schonk. Hij raakte echter in onmin met zijn vader en leverde een bittere strijd om de erfopvolging met drie van zijn broers. Als overwinnaar besteeg Aurangzeb in 1659 de troon, waarna hij zijn vader gevangenzette in het Rode Fort van Agra, waar de oude man in 1666 stierf.
De lange heerschappij van Aurangzeb kenmerkte zich door zijn strenge gezag, zijn vroomheid als soenniet en de invoering van de sharia. Hij was gedurende het grootste deel van zijn regeringsperiode in oorlogen verwikkeld, zowel om zijn gebied uit te breiden als om de voortdurend ontluikende opstanden, als gevolg van zijn hardvochtige beleid, te onderdrukken.
De officiële titel van Aurangzeb luidde 'Alamgir' (wereldveroveraar). Hij vocht tegen sikhs, Rajputs, de hindoeïstische Maratha's en zijn belangrijkste rivalen uit het hoogland van Dekan. De tweede helft van zijn keizerschap bracht hij voornamelijk door met militaire operaties, met als hoogtepunt de annexatie van Bijapur in 1686, waarmee hij een einde maakte aan de Adil Shahidynastie. Op zijn tochten trok een 48 km lange stoet met hem mee: zo'n 500.000 soldaten en dienaren, 50.000 kamelen en 30.000 olifanten.
De kosten waren gigantisch en putten de schatkist uit. Op zijn sterfbed in 1707 lijkt hij zijn buitensporigheden te hebben betreurd en gaf hij zijn zoons de raad om zijn voorbeeld niet te volgen. Hiermee wist hij echter niet te voorkomen dat ook zij elkaar de macht betwistten en de oorlogen met de naburige volken lieten voortduren. Uitelndelijk leidde dit tot de verzwakking en ondergang van het mogolrijk.