Officiële landstaal: Hindi (primair), Engels (geassocieerd) en andere
Hoofdstad: New Delhi
Regeringsvorm: Federale republiek
Staatshoofd: President Ram Nath Kovind
Regeringsleider: Premier Narendra Modi
Religie: Hindoeïsme (80%),
Islam (13%), Christendom (2,3%), Sikhisme (2%)
Oppervlakte: 3.287.263 km²
Inwoners: 1.266.883.598 (2016)
Inwoners / km²: 385,4 / km² (2016)
Munteenheid: Indiase roepie
Nationale feestdag: 26 januari
Volkslied: Jana Gana Mana
Na de verovering van Calcutta rukte Robert Clive, bevelhebber van het leger van de Britse Oost-Indische Compagnie in Bengalen, op naar het noorden, naar Murashidabad. Dit was de hoofdstad van de nawab van Bengalen, Siraj ud-Daulah, die een verbond met de Fransen was aangegaan. Het leger van Clive bestond uit 800 Britse en 2200 Indiase soldaten, en negen kanonnen. Siraj wachtte hen op bij Plassey, een klein dorpje, met een 50.000 man sterk leger, 11 kanonnen en zo'n 40 Franse kanonniers. Clive had de oom van Siraj en tevens bevelhebber, Mir Jafar, omgekocht om zich gewonnen te geven. Toch viel Clive niet aan.
"Ik zweer bij God (...) bescheidener had ik niet kunnen
zijn."
Robert Clive, beschuldigd van corruptie
Pas nadat een tropische regenbui Sirajs kannonen onbruikbaar had gemaakt (de Indiase soldaten waren vergeten het poeder tegen de regen af te dekken), gaf hij bevel tot de aanval. Zoals van tevoren was geregeld, vluchtte het leger van Siraj en Clive 'won'. Er vielen slechts vijftig gewonden. Siraj werd afgezet en later vermoord door Mir Jafar, en de compagnie was heer en meester in Bengalen. Clive eiste voor zichzelf zo'n £ 160.000 op uit de schatkist van Siraj.
De verovering van India bleek zeer winstgevend. Het gebied leverde vooral opium, dat de Britse compagnie in grote hoeveelheden verscheepte naar China, waar het een monopolie op deze illegale handel had weten te verwerven.