Vlag India - Thumbnail
Geschiedenis
Cultureel Werelderfgoed
Gemengd Werelderfgoed
Natuurlijk Werelderfgoed
Home
wereld - selected
          
banner
Zoutmars. Op de afbeelding Gandhi tijdens de Zoutmars.
vlag india

Officiële landstaal: Hindi (primair), Engels (geassocieerd) en andere
Hoofdstad: New Delhi
Regeringsvorm: Federale republiek
Staatshoofd: President Ram Nath Kovind
Regeringsleider: Premier Narendra Modi
Religie: Hindoeïsme (80%),
Islam (13%), Christendom (2,3%), Sikhisme (2%)
Oppervlakte: 3.287.263 km²
Inwoners: 1.266.883.598 (2016)
Inwoners / km²: 385,4 / km² (2016)
Munteenheid: Indiase roepie
Nationale feestdag: 26 januari
Volkslied: Jana Gana Mana

06-04-1930: Zoutmars - Gandhi trotseert de zoutwetten: een belangrijke stap naar onafhankelijkheid.


Zoutmars


Dandi was een heel gewoon vissersdorp aan de westkust van India, maar op 5 en 6 april gebeurden er bijzondere dingen. Op 5 april kwam Mohandas Karamchand 'Mahatma' Gandhi er aan, met gebogen hoofd, een staf in zijn hand en pijnlijke voeten na een lange tocht vanuit Ahmedabad, en riep uit dat de modder van Gujarati als fluweel aanvoelde. Maar opmerkelijker was zijn entourage. Hij was op pad gegaan met 78 anderen, maar nu waren er duizenden mannen, vrouwen, jongens, meisjes, wandelaars, fietsers, motorrijders, minstrelen, marskramers en cameralieden. Ze waren gekomen om een daad van historisch belang te aanschouwen. Toen het vroeg op de volgende dag eb was, nam Gandhi een stuk zout op dat door de zee was achtergelaten en trotseerde daarmee openlijk het machtige Britse bestuur.

Het Indiase nationale congres had in 1929 gekozen voor onafhankelijkheid binnen een jaar, maar had het aan Gandhi overgelaten om dat te bereiken. Hij koos voor overtreding van de wet die Indiërs dwong om zout te kopen van de overheid en spoorde zijn volgelingen aan dat ook te doen. Dat was voor iedereen te begrijpen. Gandhi redeneerde dat als de Indiërs niet meewerkten, het bestuur zou vallen omdat het afhankelijk was van hun medewerking. De Satyagraha, of geweldloze burgerlijke ongehoorzaamheid, zou het Britse gezag nekken. Gandhi werd gearresteerd en de gevangenissen raakten snel vol.

De Zoutmars deed het bestuur niet vallen, maar de wereldopinie was gemobiliseerd en dat bracht de onderkoning, het hoofd van het Britse gezag in India, ertoe het jaar erna persoonlijke gesprekken met Gandhi te voeren. De Britten waren op een als heilig beschouwde tegenstander gestuit die tot de onafhankelijkheid een doorn in hun vlees zou zijn.