Officiële landstaal: Arabisch, Koerdisch
Hoofdstad: Bagdad
Regeringsvorm: Federale republiek
Staatshoofd: President Fuad Masum
Regeringsleider: Premier Haider al-Abadi
Religie:
Islam (96%),
Christendom (4%)
Oppervlakte: 435.052 km²
Inwoners: 38.146.025 (2016)
Inwoners / km²: 87,7 / km² (2016)
Munteenheid: Iraakse dinar
Volkslied: Mawtini
De val van de Omajjadische dynastie ten gunste van de Abbasiden in 750 betekende dat de macht in het kalifaat verschoof van de Arabische landen naar Perzië. Daarom besloot Abu al-Abbas, de eerste Abbasidische kalief, Damascus te verlaten en een tijdelijke woonplaats op de oever van de Eufraat in Irak te kiezen.
"Alleen een plek als deze kan zowel het leger als de
bevolking onderhouden."
Kalief al-Mansur, 762
In 762 koos Abu al-Abbas' opvolger, zijn broer al-Mansur, een klein dorpje op de westoever van de Tigris als de plek voor een nieuwe, permanente hoofdstad. Officieel ging de nieuwe stad Madinat al-Salam (Stad van de Vrede) heten, maar meestal werd de populaire Perzische naam Bagdad (door God gegeven) gebruikt. Bagdad werd opgezet als een ronde, ommuurde stad. De bouw werd na vier jaar voltooid.
Bagdad had naast de centrale ligging in het kalifaat nog meer voordelen. De stad lag dicht bij een grote oost-west-karavaanroute en de rivier de Tigris vormde een verbinding met Basra en de Perzische Golf. Bovendien was de stad omringd door vruchtbare akkers, die een grote stedelijke populatie konden onderhouden. Bagdad floreerde dan ook en breidde zich al snel tot buiten de muren uit. Tegen het eind van de eeuw was Bagdad de grootste stad ter wereld geworden. Het schitterende Abbasidische hof trok van heinde en verre kooplieden, geleerden en ambachtslieden aan, zodat Bagdad een gouden tijdperk van islamitische cultuur beleefde.