Officiële landstaal: Arabisch, Koerdisch
Hoofdstad: Bagdad
Regeringsvorm: Federale republiek
Staatshoofd: President Fuad Masum
Regeringsleider: Premier Haider al-Abadi
Religie:
Islam (96%),
Christendom (4%)
Oppervlakte: 435.052 km²
Inwoners: 38.146.025 (2016)
Inwoners / km²: 87,7 / km² (2016)
Munteenheid: Iraakse dinar
Volkslied: Mawtini
Met de troonsbestijging van Harun ar-Rashid in 786 brak de grootste bloeitijd aan voor het Abbasidische kalifaat. Hoewel Harun nog jong was, voerde hij het commando bij enkele succesvolle veldtochten tegen het Byzantijnse Rijk. Daarna kende hij zichzelf de titel 'ar-Rashid' (de rechtvaardige) toe. In 785 was Haruns vader gestorven en had zijn oudere broer hem opgevolgd als kalief. Binnen een jaar werd deze al-Hadi echter ziek en toen hij op 14 september 786 overleed, werd de jonge Harun direct tot kalief uitgeroepen.
Veel mensen waren van mening dat al-Hadi's dood wel erg gelegen kwam, vooral omdat hij zich heftig had verzet tegen zijn moeders pogingen zijn regering te beïnvloeden. Het gerucht deed al snel de ronde dat hij op haar bevel was verstikt, nadat een eerdere poging hem te vergiftigen was mislukt.
Harun was een groot beschermer van kunsten en wetenschappen; staatszaken interesseerden hem nauwelijks. Hij legde het bestuur van het kalifaat bijna geheel in handen van zijn vizier, terwijl hij zelf in Bagdad een weelderig hof hield. Het vormde zelfs de inspiratiebron voor veel verhalen uit De vertellingen van duizen-en-één-nacht. Koning Shayrar, wiens vrouw Scheherazade de verteller is, zou op hem zijn gebaseerd. Harun bevorderde de bloei van de islamitische cultuur, maar zijn nonchalance in staatszaken stelde zijn opvolgers voor problemen. Toen hij op het laatst de macht alsnog in handen nam, waren de tekenen van verval al zichtbaar.