Officiële landstaal: Arabisch, Koerdisch
Hoofdstad: Bagdad
Regeringsvorm: Federale republiek
Staatshoofd: President Fuad Masum
Regeringsleider: Premier Haider al-Abadi
Religie:
Islam (96%),
Christendom (4%)
Oppervlakte: 435.052 km²
Inwoners: 38.146.025 (2016)
Inwoners / km²: 87,7 / km² (2016)
Munteenheid: Iraakse dinar
Volkslied: Mawtini
De inval van Irak door de internationale coalitiemacht onder leiding van de Amerikanen werd uitgeroepen tot een groot succes toen Bagdad in april 2003 viel. De coaltie, die aanvankelijk nauwelijks op enig verzet stuitte, werd nu geconfronteerd met zware tegenstand. De troepen hadden verwacht als bevrijders te worden begroet, maar de sjiieten uit het zuiden, die aan hun lot waren overgelaten na de bevrijding van Koeweit in februari 1991, kwamen hen niet te hulp. De Britten hadden er twee weken over gedaan om de macht in Basra in handen te krijgen. Ook in Bagdad werd nu een zware strijd verwacht. De hoofdstad viel snel, waardoor de hoop dat alle verzet zou ophouden toenam. Saddam Hoessein was samen met zijn staf gevlucht en in de straten van Bagdad klonk gejuich, maar minder dan de westerse verslaggevers wilden doen geloven. Een blije mensenmassa keek toe hoe een Amerikaanse tank Saddams standbeeld op het Firdusplein omver trok (foto). De toeschouwers waren minder enthousiast toe de Amerikanen later hun vlag eroverheen drapeerden.
Na alle oorlogen en de vele jaren van economische sancties waren maar weinig Irakezen rouwig om de val van Saddam Hoessein. De buitenlandse bezetters werden echter nauwelijks getolereerd. Een snelle wederopbouw, verbetering van de levensomstandigheden en het installeren van een eigen regering waren cruciaal. Vrijwel meteen na de inname van Bagdad ontstonden er problemen en braken er plunderingen en vernielingen uit. Uit het Nationaal Museum werden duizenden onvervangbare kunstschatten geroofd en de Nationale Bibliotheek en Archieven werden in brand gestoken. De chaos en het verzet namen in hoog tempo toe.