Officiële landstaal: Perzisch
Hoofdstad: Teheran
Regeringsvorm: Islamitische republiek
Staatshoofd: Hoogste leider van Iran Ali Khamenei
Regeringsleider: President Hassan Rohani
Religie: Islam 98% (waarvan sjiisme 89%, soennisme 9%), Overige 2%
Oppervlakte: 1.628.750 km²
Inwoners: 82.801.633 (2016)
Inwoners / km²: 50,8 / km² (2016)
Munteenheid: Iraanse rial
Nationale feestdag: 1 april
Volkslied: Sorood-e Jomhoori-e Eslami

Een schreeuwende menigte Iraanse studenten, fanatieke aanhangers va, ayatollah Khomeini, bestormde de VS-ambassade in Teheran, waar ze 66 diplomaten en stafleden gijzelden. De crisis ontstond nadat de Amerikaanse regering onder leiding van Jimmy Carter, de afgezette sjah, Mohammed Reza Pahlavi, tot de VS had toegelaten voor de behandeling van kanker. De sjah was een trouw bondgenoot van Washington geweest, maar deze daad ontkende publieke woede in Iran, waar zijn terugkomst voor een proces en executie werd geëist.

De studenten, openlijk door de ayatollah gesteund, eisten van de VS de terugkomst van de sjah, een schuldbekentenis aangaande de Amerikaanse misdaden tegen Iran, een verontschuldiging en de belofte het nooit meer te doen. De meeste vrouwelijke en Afro-Amerikaanse gijzelaars werden vrijgelaten, maar de rest werd 444 dagen vastgehouden.

Het was een vreselijke vernedering voor Carter, die weinig méér kon doen dan het bevriezen van Iraanse activa in de VS. In april 1980 lanceerden Amerikaanse commando's Operatie Eagle Claw, een ondoordachte reddingsoperatie die resulteerde in de dood van acht Amerikaanse militairen. Voor de Iraniërs was het echter een goddelijk teken.

De ayatollah greep deze crisis aan om tegenstanders weg te werken en een islamitische theocratie in Iran te vestigen. Carters geloofwaardigheid had de genadeslag gekregen en enkele maanden later verloor hij de presidents-verkiezingen. Ten slotte moesten de VS om de vrijlating van de gijzelaars te bewerkstelligen, niet-interventie in Iraanse aangelegenheden beloven en de Iraanse activa vrijgeven. De gijzelaars kwamen op 20 januari 1981 vrij, wat tevens de laatste dag van Carters presidentschap was.