Officiële landstaal: Perzisch
Hoofdstad: Teheran
Regeringsvorm: Islamitische republiek
Staatshoofd: Hoogste leider van Iran Ali Khamenei
Regeringsleider: President Hassan Rohani
Religie: Islam 98% (waarvan sjiisme 89%, soennisme 9%), Overige 2%
Oppervlakte: 1.628.750 km²
Inwoners: 82.801.633 (2016)
Inwoners / km²: 50,8 / km² (2016)
Munteenheid: Iraanse rial
Nationale feestdag: 1 april
Volkslied: Sorood-e Jomhoori-e Eslami

Toen Iran Air vlucht 655 werd neergeschoten door de Amerikaanse kruiser USS Vincennes volgde het toestel een erkende luchtvaartroute en was het op weg van het Iraakse Bandar Abbas naar Dubai, een routinevlucht. Alle 290 mensen aan boord van het toestel kwamen om. 38 van hen waren niet-Iraanse burgers. Onder de passagiers bevonden zich 36 kinderen. De Vincennes bood onder bevel van de Amerikaanse marine bescherming aan olietankers die werden geconfronteerd met Iraanse bedreigingen. De bemanning van de Vincennes merkte het toestel op en vermoedde dat het een gevechtsvliegtuig was dat hun schip wilde aanvallen. Later beweerden de mariniers dat ze hadden geprobeerd contact te leggen om een waarschuwing af te geven, maar hun signalen zouden zijn genegeerd. Daarop vuurden ze twee SM-2MR grond-luchtraketten af. Pas nadat het toestel was neergestort, realiseerden ze zich dat het om een passagiersvliegtuig ging.

"Eén ding is duidelijk, en dat is dat de USS Vincennes uit zelfverdediging handelde."
Vice-president George Bush, juli 1988

De Iraakse regering weigerde te geloven dat de Amerikanen een civiel toestel hadde aangezien voor een gevechtsvliegtuig. De Amerikanen waren op zijn minst onachtzaam en roekeloos geweest, zo werd gesteld. Op zijn ergst zou er sprake zijn geweest van een doelbewuste aanslag op burgers. De Amerikanen stonden erop dat de bemanning van alle blaam zou worden gezuiverd. De Vincennes had net een korte confrontatie met Iraanse kanonneerboten achter de rug en de kapitein stond bekend als een offensief bevelhebber. De bemanning verwachtte een aanval en in Banbar Abbas was ook de Iraanse luchtmacht gestationeerd.

Uiteindelijk betaalden de Amerikanen in februari 1996 $ 61,8 miljoen smartengeld aan de nabestaanden van de omgekomen Iraniërs. Ze namen echter nooit de verantwoordelijkheid op zich en boden evenmin excuses aan. Hierdoor verslechterden de Amerikaans-Iraanse betrekkingen nog eens aanzienlijk.